Strooiplan

Inhoud

Dankzij het strooiplan kunnen we er snel voor zorgen dat bijna alle weggebruikers op relatief korte afstand van hun woning op een bestrooide weg komen. Eerst strooien we de hoofdwegen, de wegen voor het openbaar vervoer en de wegen die leiden naar scholen en openbare parkings. Daarna pakken we wegen met een secundaire prioriteit aan. Dat zijn onder meer minder drukke wegen die een extra risico opleveren omdat ze bijvoorbeeld op een helling liggen, een overweg passeren of een wijk bedienen.

Waarom strooi je niet in mijn straat?

Als jij je afvraagt waarom de gemeente jouw straat niet of later strooit, terwijl we dat wel doen in andere straten, dan is dat een gevolg van het strooiplan. Met dat plan maken we de wegen en fietspaden zo snel en efficiƫnt mogelijk ijs- en sneeuwvrij aan de hand van een weldoordachte aanpak.

Strooien helpt niet altijd

Verkeer in woonwijken is voornamelijk bestemmingsverkeer. In die straten is er weinig doorgaand verkeer en is de impact op het verkeer beperkter. Bovendien gaat het dooieffect van strooizout verloren bij weinig verkeer in de straat. Strooizout heeft maar maximaal effect als het belast en ingereden wordt door een continue verkeersstroom. Bij een kleine verkeersstroom kan dit zelfs voor gevaarlijke situaties zorgen doordat het smeltwater terug aanvriest en er ijsplekken ontstaan. Daarom heeft het geen zin om in woonwijken en straten met weinig verkeer te strooien.

Voetpad is eigen verantwoordelijkheid

Elke burger is verplicht om het voetpad voor zijn eigen woning ijs- en sneeuwvrij te houden. Zorg er wel voor dat je hierbij de sneeuw niet ophoopt op de fietspaden en dat de rooilputjes vrij blijven.

Naar top